In werkelijkheid blijken de meeste betrokkenen deel uit te maken van wat men `pedagogische gezinnen' noemde, samengesteld uit een lid van het onderwijzend personeel in een reglementaire situatie ten aanzien van de Belgische overheid met de eraan verbonden voordelen, en uit de andere echtgenoot die werd aangeworven via een plaatselijk contract.
En réalité, il semble que la plupart des personnes concernées faisaient partie de ce qu'on appelait les « familles pédagogiques », composées d'un membre du personnel enseignant en situation réglementaire du point de vue de l'État belge avec les avantages liés à cette situation et d'un époux qui était engagé sur un contrat local.